Natuurlijk post ik mijn verhaal ook hier even.
Ik weet dat het best veel tekst in een keer is, maar zo schrijf ik mijn hoofdstukken.
Loki.
Ik schrok verschrikkelijk terwijl ik met trillende hand de brief van mijn vader las. Mijn hand zocht en vond die van mijn beste vriendin Yumi. Zij las bijna dezelfde brief als ik deed. Er liepen geen tranen over mijn wang. Natuurlijk kon ik niet huilen want ik had dit aan zien komen. Maar toch was het een schok dat mijn vader het toch doorzette. Ik was pas zestien net als Yumi en beiden werden we gedwongen te trouwen. Zachtjes beet ik op mijn lip. Mijn hand liet die van haar weer los en vouwde de brief op. Ik legde hem op mijn nachtkastje en keek haar even aan.
‘Wees gelukkig met wie je gedoemd bent..’ zei ik zacht tegen haar. Ze had een jongen gekregen die misschien niet knap was, maar hij zou goed met haar omgaan. Voorzichtig en liefdevol. Ik was echt gedoemd. Natuurlijk kende ik je de jongen met wie ik moest gaan trouwen al. Akio , hij was rijk, arrogant, egoïstisch, gevaarlijk en mijn toekomstige man. Hij zou echt niet voorzichtig met mij doen. Yumi legde een hand op mijn knie, zij had Natan. Natuurlijk kende ze het grote verschil tussen de twee vrienden. Eigenlijk beheerste Akio Natan, maar dat zag hij voor het gemak graag over het hoofd. ‘Het komt wel goed Loki..’ zei Yumi om me te kalmeren. Maar dat was niet nodig, ik was zo kalm als altijd.
Er werd op onze deur geklopt maar voor we antwoord konden geven werd die al open gedaan en daar stonden onze verloofden. Yumi ging rechtop zitten maar stond een seconde erna op om haar brief op te bergen en Natan liep al gelijk naar toe en pakte voorzichtig haar hand vast. Ik keek naar de andere muur want ik wilde hem niet zien. Ik voelde me verschrikkelijk verraden. Akio ging naast me zitten en sloeg gelijk zijn arm om mijn schouder heen die me dwong om mijn hoofd op zijn bovenbenen te leggen. Hij streelde wat haren uit mijn gezicht en ik voelde de ogen van Yumi en Natan mij in de gaten houden. Ik keek naar het plafond en had hem nog steeds niet aangekeken wat hem irriteerde. Niet veel later werd ik er voor gestraft. Akio trok aan mijn haren en zorgde er zo voor dat ik hem woedend en kil aankeek. Akio streek langs mijn gezicht terwijl hij nog steeds mijn haren pijnlijk vasthield. Het deed pijn, dat was zeker maar de pijn van verraad was erger. Akio drukte zijn lippen hardhandig op de mijne en veel liefde was er niet te voelen. Ik wist dat ik alleen maar een voorwerp in zijn handen had. Maar ik wist ook dat hij dat voorwerp liefhad. Hoeveel pijn hij mij ook deed, hij had me lief.
Ik durfde hem niet eens weg te duwen maar deed dat wel met zijn handen. Ik haalde ze los van mijn zwarte lokken en hield ze maar vast zodat hij ze niet opnieuw vast kon grijpen. Hij haalde zijn lippen even van de mijne aan en keek in mijn ogen. Ik keek er onderzoekend in. Vaak zag ik er niets in en nu was dat ook zo. Hij sloot ze veel te goed af voor mij. Hij haalde zijn handen van de mijne en sloeg ze om mijn middel en nek heen en trok me zo op zijn schoot. Opnieuw kust hij me terwijl hij mijn middel streelde en speelde met mijn shirtje. Ik liet het maar gebeuren want ik kon er toch niks tegen doen. Akio had zijn ogen gesloten maar de mijne schoten door de kamer van Yumi en mij. Ik zag haar tegen Natan aan liggen met haar hoofd op zijn schouder. Hij had zijn arm om haar heen geslagen en streelde haar bovenarm. Het zag er zo liefdevol uit. Natan en Yumi waren voorzichtig met elkaar. Natuurlijk wilde Natan veel meer maar hij kende Yumi een beetje. Ze was voorzichtig en snel bang. Erg zorgzaam voor de mensen om haar heen en daarom deed hij het niet.
Akio kende mij ook, en ik kende hem. We wisten al een paar jaar geleden dat onze vaders besloten hadden om ons te binden. Akio had er nooit problemen mee gehad. Dan had hij een excuus om aan me te zitten wanneer hij dat wilde. Ik was altijd heel erg anders dan Yumi geweest. Vaak vrolijk, brutaal, ik zei wat ik dacht en was niet altijd even vriendelijk. Toch zijn we de beste vriendinnen.
Akio haalde zijn lippen weer van de mijne en legde me op mijn rug op mijn bed en kwam boven me liggen. ‘Waarom doe je dit..?’ fluisterde ik zachtjes tegen hem toen hij zijn hoofd op mijn hart gelegd had. Hij kneep waarschuwend in mijn arm met zijn nagels. Ik wist dat ik nu niet verder moest gaan maar ik vond het oneerlijk en was een opstandig persoon. ‘Ik wil dit niet.’ Zei ik nog steeds fluisterend tegen hem. Hij kneep harder op een plek waar een blauwe plek zat die hij een dag of twee geleden gemaakt had. Gelijk beet ik op mijn lip en probeerde niks te zeggen. Ik deed niks terug want dan zou ik helemaal problemen hebben.
Plots hoorde ik een bel. Het was de etensbel. We zaten niet in een duur landhuis en ook niet in een vakantiehuis. We zaten op een school. Dan wel een soort kostschool maar dan gemengd en veel vrijer. Een school voor wezens die niet normaal waren. Ik was een vampier, nou eigenlijk was ik een halfvampier. Ik keek even naar Akio. Natan en Yumi stonden op en liep samen de kamer uit. Zachtjes hoorde ik Yumi wat mompelen maar ik verstond het niet en Natan kennelijk wel want hij duwde haar snel de kamer uit. Hij sloot de deur achter zich en Akio en ik waren nu alleen in de kamer. Iets wat ik liever niet was.
Hij tilde zichzelf op van mijn hart en ging met zijn gezicht boven het mijne hangen en keek ik me in mijn ogen. Ze waren rood en straalden naar onbekenden iets dodelijks uit maar naar Akio vaak niet. Ik keek in zijn zeegroene ogen. Ik moest toegeven, hij was verschrikkelijk knap. Zijn mooie ogen en witte tanden. Zijn mooie zwarte haren die bijna dezelfde kleur als die van mij was. Hij was een volledig vampier en stond veel hoger dan dat ik stond. Alle vampiers waren knap, de meesten dan, maar Akio had een uitstraling waar niet mee te spotten viel. Hij straalde gezag uit. ‘Ik wil niet eten.’ Zei hij tegen me. ‘Je hoeft geen eten.’ Verbeterde ik hem. Vampiers aten niet, het was als stof. Maar halfvampiers moesten wel eten, maar hij wilde mijn grens ontdekken door me eigenlijk niets te laten eten en zo weinig mogelijk te laten slapen. Het enige wat ik mocht hebben was zijn bloed. Hij wilde het mijne nog niet want hij wilde nog niet dat ik een vampier werd want dan stonden we gelijk. Het kon pas nadat het huwelijk een jaar geldig was vond hij. Hij keek me streng aan en ik keek weg. Hij duwde mijn gezicht terug en ik keek hem toch maar aan. ‘Je weet waarom..’ zei hij tegen me. En ik kon hem geen ongelijk geven. Maar ik vond niet dat ik er knapper door werd. Hij drukte zijn lippen weer op de mijne maar dat was maar voor heel even want hij duwde me een beetje naar beneden, naar zijn hals. Ik likte er een keer langs voor ik er beet. Hij stond het zonder moeite toe en zeurde niet. Ik dronk niet veel want ik paste me eraan aan. Ik had niet veel nodig omdat ik toch op instorten stond dus ik wilde dat dat zo snel mogelijk gebeurde. Dan kon ik daarna tenminste weer normaal eten en slapen. Akio streelde mijn haar en hij wist dat dat me opwond, het maakte me vrolijk als er iemand aan mijn haar zat. Hij wist dat en ik smolt voor hem, vergaf hem alle pijn die hij mij bezorgde met liefde. Ik had nou eenmaal toch een zwak voor hem.
Ik kende Akio al sinds ik drie was. We speelden altijd samen en waren onafscheidelijk. Hij was altijd als een broer voor mij en ik ging voor hem door het vuur en terug. Maar eigenlijk was alles gedwongen. Onze vaders hadden elkaar perse bij elkaar gezet. Dat maakte ons anders dan Yumi en Natan,dat was een feit dat voor mij en Akio al bekend was. Hij had ook een zwak voor mij, ook al wilde hij dat nog niet toegeven. Hij wist dat ik de enige was die hem door en door kende, en dat beangstigde hem. Soms werd hij schreeuwend wakker en dan troostte ik hem. Hij vertelde me nooit waar hij over dromen maar ik kon het wel raden. Ik sliep namelijk vaak bij hem, hij had een kamer voor zichzelf. Zijn vader kende ons schoolhoofd goed.
Ik kuste Akio, voelde dat hij verrast was door mijn plotselinge overgang, maar deels wist hij ook wel dat het door hem kwam. Toch maakte ik me snel van hem los en kroop onder hem vandaan. Hij keek me aan met trieste groene ogen. ‘Kom terug.’ Zei hij dwingend tegen me. Ik was naar het raam gelopen en leunde op de vensterbank met mijn handen. ‘Nee.’ Fluisterde ik en ik keek vanuit het raam naar hem. ‘Kom terug naar mij nu.’ Zei hij. Enige vriendelijkheid die eerst in zijn stem zat was nu verdwenen. Geen enkel mens met hersenen zou zo’n bevel negeren. Maar ik was niet normaal dus ik negeerde het. ‘Nu..’ zei hij met nog een klein grammetje zelfbeheersing. Ik negeerde het en keek uit het raam naar de donkere nacht. De sterren waren verdwenen door de wolken net als de maan die er niet doorheen kon dringen. De lantaarns rond het plein in de schooltuin waarin een fontein stond waren aan. Yumi en ik hadden een prachtig uitzicht op ook nog het meer. Akio stond op, in het raam kon ik zien dat hij gebalde vuisten had. Hij liep met strakke passen naar me toe en sloeg een hand om mijn middel, de andere op mijn schouder en zijn kin legde hij op mijn schouder. ‘Je luistert niet. Je kent de gevolgen.’ Fluisterde hij zachtjes en ik naar het raam. Ik kende de gevolgen. ‘Waarom..’ fluisterde ik nog voor ik overging in geschreeuw. Op de plekken waar zijn handen zaten begon het te branden. Het was niet echt vuur maar het de pijn was geen illusie. Het was alsof hij binnen vuur liet branden. Ik kronkelde maar hij had me vast dus ik kon niet op de grond vallen. Mijn handen zochten de zijne en liet het afkoelen. Wat was ik blij met de kracht water. Ik kon er heel erg veel mee. Ik probeerde het af te koelen maar hij beet in mijn schouder. Mijn geschreeuw hield aan. Zachtjes hoorde ik een grinnik bij mijn oor. Van Akio en er was niemand om te helpen want iedereen was aan het eten. En anders was de deur ook nog op slot. Hij liet me los en ik zakte door mijn knieën. En mijn hand lag nog op de vensterbank. Mijn hoofd leunde er tegen aan. Akio schopte me nog een keer tegen mijn rug. Er liep een traan over mijn wang. Akio zakte door zijn knieën en veegde de traan uit over mijn wang. ‘Je komt er toch niet onderuit. Hoeveel je ook huilt, hoeveel je me ook negeert. Ik heb je, je bent mijn eigendom.’ Fluisterde hij in mijn oor. Ik sloeg hem op zijn wang maar kreeg een paar vurige klappen voor terug.
Mijn verdere tranen kwamen niet meer en hij pakte me op bij mijn bovenarm. Ik stond op om verdere pijn te voorkomen. Hij sleurde me min of meer mee naar de overkant van de lange gang. We sliepen met onze kamers tegenover elkaar aan het einde van de gang. Akio opende zijn deur en gooide me op zijn bed. Hij deed zijn deur weer op slot en trok mijn topje uit. Verdoofd begon ik zijn knoopjes los te maken en trok zijn blouse uit terwijl hij me vol overgave kuste waarna hij mijn rokje uit trok en ik zijn broek. Mijn hoofd lag de hele tijd op het kussen terwijl we, zoals Akio het noemde, de liefde bedreven. Hij kuste me soms en wist me op mijn gevoelige plekken te raken met zijn woorden en daden waardoor ik gewillig meewerkte en geen klappen ontving. Akio genoot er merkbaar van en uiteindelijk liet hij zich slap op me vallen en streelde me bijna overal. Hij legde zijn hoofd op mijn hart en huilde zachtjes een beetje. Er kwam altijd veel emoties bij als hij net klaar was. Zachtjes streelde ik hem en veegde zijn tranen weg. Ik vergaf het hem, zoals ik altijd deed. Ik ging door zijn haren en fluisterde sussende woordjes tegen hem. Akio streelde over het midden van mijn borst naar mijn navel en telkens heen en weer terwijl hij afwezig bleef huilen. Ik trok met mijn voet de deken over ons heen. Hij zou toch niet in slaap vallen, en ik ook niet maar dat maakte niet heel erg uit. We waren samen en onoverwinnelijk. Hij kuste me tussen zijn tranen door en zijn lippen smaakten naar het zout van zijn tranen. Hij fluisterde iets onverstaanbaars in mijn oor. Deels snapte ik wat mijn vader gedaan had. Ik vergaf het hem niet, Akio vergaf ik het, deels, zijn vader niet. Ik vond het nog steeds verschrikkelijk dat ik als handel gezien werd, als voorwerp. Toch had ik misschien voor Akio gekozen later maar in die hele zestien jaar ben ik nog nooit iemand tegen gekomen bij wie ik me ontzettend goed voelde. Misschien zou ik dan wel voor diegene kiezen maar alle kansen waren nu verloren. Totaal verloren want ik droeg al een tijdje een verlovingsring die hij me eerst als vriendschapring gegeven had. Kennelijk was dat al de verlovingsring. Hij ging weer op mijn hart liggen en ik beet op de binnenkant van mijn wang tot ik mijn eigen bloed proefde.
Ik weet dat het best veel tekst in een keer is, maar zo schrijf ik mijn hoofdstukken.
Loki.
Ik schrok verschrikkelijk terwijl ik met trillende hand de brief van mijn vader las. Mijn hand zocht en vond die van mijn beste vriendin Yumi. Zij las bijna dezelfde brief als ik deed. Er liepen geen tranen over mijn wang. Natuurlijk kon ik niet huilen want ik had dit aan zien komen. Maar toch was het een schok dat mijn vader het toch doorzette. Ik was pas zestien net als Yumi en beiden werden we gedwongen te trouwen. Zachtjes beet ik op mijn lip. Mijn hand liet die van haar weer los en vouwde de brief op. Ik legde hem op mijn nachtkastje en keek haar even aan.
‘Wees gelukkig met wie je gedoemd bent..’ zei ik zacht tegen haar. Ze had een jongen gekregen die misschien niet knap was, maar hij zou goed met haar omgaan. Voorzichtig en liefdevol. Ik was echt gedoemd. Natuurlijk kende ik je de jongen met wie ik moest gaan trouwen al. Akio , hij was rijk, arrogant, egoïstisch, gevaarlijk en mijn toekomstige man. Hij zou echt niet voorzichtig met mij doen. Yumi legde een hand op mijn knie, zij had Natan. Natuurlijk kende ze het grote verschil tussen de twee vrienden. Eigenlijk beheerste Akio Natan, maar dat zag hij voor het gemak graag over het hoofd. ‘Het komt wel goed Loki..’ zei Yumi om me te kalmeren. Maar dat was niet nodig, ik was zo kalm als altijd.
Er werd op onze deur geklopt maar voor we antwoord konden geven werd die al open gedaan en daar stonden onze verloofden. Yumi ging rechtop zitten maar stond een seconde erna op om haar brief op te bergen en Natan liep al gelijk naar toe en pakte voorzichtig haar hand vast. Ik keek naar de andere muur want ik wilde hem niet zien. Ik voelde me verschrikkelijk verraden. Akio ging naast me zitten en sloeg gelijk zijn arm om mijn schouder heen die me dwong om mijn hoofd op zijn bovenbenen te leggen. Hij streelde wat haren uit mijn gezicht en ik voelde de ogen van Yumi en Natan mij in de gaten houden. Ik keek naar het plafond en had hem nog steeds niet aangekeken wat hem irriteerde. Niet veel later werd ik er voor gestraft. Akio trok aan mijn haren en zorgde er zo voor dat ik hem woedend en kil aankeek. Akio streek langs mijn gezicht terwijl hij nog steeds mijn haren pijnlijk vasthield. Het deed pijn, dat was zeker maar de pijn van verraad was erger. Akio drukte zijn lippen hardhandig op de mijne en veel liefde was er niet te voelen. Ik wist dat ik alleen maar een voorwerp in zijn handen had. Maar ik wist ook dat hij dat voorwerp liefhad. Hoeveel pijn hij mij ook deed, hij had me lief.
Ik durfde hem niet eens weg te duwen maar deed dat wel met zijn handen. Ik haalde ze los van mijn zwarte lokken en hield ze maar vast zodat hij ze niet opnieuw vast kon grijpen. Hij haalde zijn lippen even van de mijne aan en keek in mijn ogen. Ik keek er onderzoekend in. Vaak zag ik er niets in en nu was dat ook zo. Hij sloot ze veel te goed af voor mij. Hij haalde zijn handen van de mijne en sloeg ze om mijn middel en nek heen en trok me zo op zijn schoot. Opnieuw kust hij me terwijl hij mijn middel streelde en speelde met mijn shirtje. Ik liet het maar gebeuren want ik kon er toch niks tegen doen. Akio had zijn ogen gesloten maar de mijne schoten door de kamer van Yumi en mij. Ik zag haar tegen Natan aan liggen met haar hoofd op zijn schouder. Hij had zijn arm om haar heen geslagen en streelde haar bovenarm. Het zag er zo liefdevol uit. Natan en Yumi waren voorzichtig met elkaar. Natuurlijk wilde Natan veel meer maar hij kende Yumi een beetje. Ze was voorzichtig en snel bang. Erg zorgzaam voor de mensen om haar heen en daarom deed hij het niet.
Akio kende mij ook, en ik kende hem. We wisten al een paar jaar geleden dat onze vaders besloten hadden om ons te binden. Akio had er nooit problemen mee gehad. Dan had hij een excuus om aan me te zitten wanneer hij dat wilde. Ik was altijd heel erg anders dan Yumi geweest. Vaak vrolijk, brutaal, ik zei wat ik dacht en was niet altijd even vriendelijk. Toch zijn we de beste vriendinnen.
Akio haalde zijn lippen weer van de mijne en legde me op mijn rug op mijn bed en kwam boven me liggen. ‘Waarom doe je dit..?’ fluisterde ik zachtjes tegen hem toen hij zijn hoofd op mijn hart gelegd had. Hij kneep waarschuwend in mijn arm met zijn nagels. Ik wist dat ik nu niet verder moest gaan maar ik vond het oneerlijk en was een opstandig persoon. ‘Ik wil dit niet.’ Zei ik nog steeds fluisterend tegen hem. Hij kneep harder op een plek waar een blauwe plek zat die hij een dag of twee geleden gemaakt had. Gelijk beet ik op mijn lip en probeerde niks te zeggen. Ik deed niks terug want dan zou ik helemaal problemen hebben.
Plots hoorde ik een bel. Het was de etensbel. We zaten niet in een duur landhuis en ook niet in een vakantiehuis. We zaten op een school. Dan wel een soort kostschool maar dan gemengd en veel vrijer. Een school voor wezens die niet normaal waren. Ik was een vampier, nou eigenlijk was ik een halfvampier. Ik keek even naar Akio. Natan en Yumi stonden op en liep samen de kamer uit. Zachtjes hoorde ik Yumi wat mompelen maar ik verstond het niet en Natan kennelijk wel want hij duwde haar snel de kamer uit. Hij sloot de deur achter zich en Akio en ik waren nu alleen in de kamer. Iets wat ik liever niet was.
Hij tilde zichzelf op van mijn hart en ging met zijn gezicht boven het mijne hangen en keek ik me in mijn ogen. Ze waren rood en straalden naar onbekenden iets dodelijks uit maar naar Akio vaak niet. Ik keek in zijn zeegroene ogen. Ik moest toegeven, hij was verschrikkelijk knap. Zijn mooie ogen en witte tanden. Zijn mooie zwarte haren die bijna dezelfde kleur als die van mij was. Hij was een volledig vampier en stond veel hoger dan dat ik stond. Alle vampiers waren knap, de meesten dan, maar Akio had een uitstraling waar niet mee te spotten viel. Hij straalde gezag uit. ‘Ik wil niet eten.’ Zei hij tegen me. ‘Je hoeft geen eten.’ Verbeterde ik hem. Vampiers aten niet, het was als stof. Maar halfvampiers moesten wel eten, maar hij wilde mijn grens ontdekken door me eigenlijk niets te laten eten en zo weinig mogelijk te laten slapen. Het enige wat ik mocht hebben was zijn bloed. Hij wilde het mijne nog niet want hij wilde nog niet dat ik een vampier werd want dan stonden we gelijk. Het kon pas nadat het huwelijk een jaar geldig was vond hij. Hij keek me streng aan en ik keek weg. Hij duwde mijn gezicht terug en ik keek hem toch maar aan. ‘Je weet waarom..’ zei hij tegen me. En ik kon hem geen ongelijk geven. Maar ik vond niet dat ik er knapper door werd. Hij drukte zijn lippen weer op de mijne maar dat was maar voor heel even want hij duwde me een beetje naar beneden, naar zijn hals. Ik likte er een keer langs voor ik er beet. Hij stond het zonder moeite toe en zeurde niet. Ik dronk niet veel want ik paste me eraan aan. Ik had niet veel nodig omdat ik toch op instorten stond dus ik wilde dat dat zo snel mogelijk gebeurde. Dan kon ik daarna tenminste weer normaal eten en slapen. Akio streelde mijn haar en hij wist dat dat me opwond, het maakte me vrolijk als er iemand aan mijn haar zat. Hij wist dat en ik smolt voor hem, vergaf hem alle pijn die hij mij bezorgde met liefde. Ik had nou eenmaal toch een zwak voor hem.
Ik kende Akio al sinds ik drie was. We speelden altijd samen en waren onafscheidelijk. Hij was altijd als een broer voor mij en ik ging voor hem door het vuur en terug. Maar eigenlijk was alles gedwongen. Onze vaders hadden elkaar perse bij elkaar gezet. Dat maakte ons anders dan Yumi en Natan,dat was een feit dat voor mij en Akio al bekend was. Hij had ook een zwak voor mij, ook al wilde hij dat nog niet toegeven. Hij wist dat ik de enige was die hem door en door kende, en dat beangstigde hem. Soms werd hij schreeuwend wakker en dan troostte ik hem. Hij vertelde me nooit waar hij over dromen maar ik kon het wel raden. Ik sliep namelijk vaak bij hem, hij had een kamer voor zichzelf. Zijn vader kende ons schoolhoofd goed.
Ik kuste Akio, voelde dat hij verrast was door mijn plotselinge overgang, maar deels wist hij ook wel dat het door hem kwam. Toch maakte ik me snel van hem los en kroop onder hem vandaan. Hij keek me aan met trieste groene ogen. ‘Kom terug.’ Zei hij dwingend tegen me. Ik was naar het raam gelopen en leunde op de vensterbank met mijn handen. ‘Nee.’ Fluisterde ik en ik keek vanuit het raam naar hem. ‘Kom terug naar mij nu.’ Zei hij. Enige vriendelijkheid die eerst in zijn stem zat was nu verdwenen. Geen enkel mens met hersenen zou zo’n bevel negeren. Maar ik was niet normaal dus ik negeerde het. ‘Nu..’ zei hij met nog een klein grammetje zelfbeheersing. Ik negeerde het en keek uit het raam naar de donkere nacht. De sterren waren verdwenen door de wolken net als de maan die er niet doorheen kon dringen. De lantaarns rond het plein in de schooltuin waarin een fontein stond waren aan. Yumi en ik hadden een prachtig uitzicht op ook nog het meer. Akio stond op, in het raam kon ik zien dat hij gebalde vuisten had. Hij liep met strakke passen naar me toe en sloeg een hand om mijn middel, de andere op mijn schouder en zijn kin legde hij op mijn schouder. ‘Je luistert niet. Je kent de gevolgen.’ Fluisterde hij zachtjes en ik naar het raam. Ik kende de gevolgen. ‘Waarom..’ fluisterde ik nog voor ik overging in geschreeuw. Op de plekken waar zijn handen zaten begon het te branden. Het was niet echt vuur maar het de pijn was geen illusie. Het was alsof hij binnen vuur liet branden. Ik kronkelde maar hij had me vast dus ik kon niet op de grond vallen. Mijn handen zochten de zijne en liet het afkoelen. Wat was ik blij met de kracht water. Ik kon er heel erg veel mee. Ik probeerde het af te koelen maar hij beet in mijn schouder. Mijn geschreeuw hield aan. Zachtjes hoorde ik een grinnik bij mijn oor. Van Akio en er was niemand om te helpen want iedereen was aan het eten. En anders was de deur ook nog op slot. Hij liet me los en ik zakte door mijn knieën. En mijn hand lag nog op de vensterbank. Mijn hoofd leunde er tegen aan. Akio schopte me nog een keer tegen mijn rug. Er liep een traan over mijn wang. Akio zakte door zijn knieën en veegde de traan uit over mijn wang. ‘Je komt er toch niet onderuit. Hoeveel je ook huilt, hoeveel je me ook negeert. Ik heb je, je bent mijn eigendom.’ Fluisterde hij in mijn oor. Ik sloeg hem op zijn wang maar kreeg een paar vurige klappen voor terug.
Mijn verdere tranen kwamen niet meer en hij pakte me op bij mijn bovenarm. Ik stond op om verdere pijn te voorkomen. Hij sleurde me min of meer mee naar de overkant van de lange gang. We sliepen met onze kamers tegenover elkaar aan het einde van de gang. Akio opende zijn deur en gooide me op zijn bed. Hij deed zijn deur weer op slot en trok mijn topje uit. Verdoofd begon ik zijn knoopjes los te maken en trok zijn blouse uit terwijl hij me vol overgave kuste waarna hij mijn rokje uit trok en ik zijn broek. Mijn hoofd lag de hele tijd op het kussen terwijl we, zoals Akio het noemde, de liefde bedreven. Hij kuste me soms en wist me op mijn gevoelige plekken te raken met zijn woorden en daden waardoor ik gewillig meewerkte en geen klappen ontving. Akio genoot er merkbaar van en uiteindelijk liet hij zich slap op me vallen en streelde me bijna overal. Hij legde zijn hoofd op mijn hart en huilde zachtjes een beetje. Er kwam altijd veel emoties bij als hij net klaar was. Zachtjes streelde ik hem en veegde zijn tranen weg. Ik vergaf het hem, zoals ik altijd deed. Ik ging door zijn haren en fluisterde sussende woordjes tegen hem. Akio streelde over het midden van mijn borst naar mijn navel en telkens heen en weer terwijl hij afwezig bleef huilen. Ik trok met mijn voet de deken over ons heen. Hij zou toch niet in slaap vallen, en ik ook niet maar dat maakte niet heel erg uit. We waren samen en onoverwinnelijk. Hij kuste me tussen zijn tranen door en zijn lippen smaakten naar het zout van zijn tranen. Hij fluisterde iets onverstaanbaars in mijn oor. Deels snapte ik wat mijn vader gedaan had. Ik vergaf het hem niet, Akio vergaf ik het, deels, zijn vader niet. Ik vond het nog steeds verschrikkelijk dat ik als handel gezien werd, als voorwerp. Toch had ik misschien voor Akio gekozen later maar in die hele zestien jaar ben ik nog nooit iemand tegen gekomen bij wie ik me ontzettend goed voelde. Misschien zou ik dan wel voor diegene kiezen maar alle kansen waren nu verloren. Totaal verloren want ik droeg al een tijdje een verlovingsring die hij me eerst als vriendschapring gegeven had. Kennelijk was dat al de verlovingsring. Hij ging weer op mijn hart liggen en ik beet op de binnenkant van mijn wang tot ik mijn eigen bloed proefde.